Sandy’s Bijbel Overdenking

SANDY’S OVERDENKING:

Op weg naar Jeruzalem reisde Jezus langs de grens tussen Samaria en Galilea. Toen hij een dorp binnenging, kwam hij tien mannen tegen die melaats waren. Ze stonden op een afstand en riepen met luide stem: "Jezus, Meester, heb medelijden met ons!" Toen hij hen zag, zei hij: "Ga, laat je zien aan de priesters." En terwijl ze gingen, werden ze gereinigd. Eén van hen, toen hij zag dat hij genezen was, kwam terug en prees God met luide stem. Hij wierp zich aan Jezus' voeten en bedankte hem - en hij was een Samaritaan. Jezus vroeg: "Zijn ze niet alle tien gereinigd? Waar zijn de andere negen? Is er niemand teruggekeerd om God te loven, behalve deze vreemdeling?" Toen zei hij tegen hem: "Sta op en ga heen, uw geloof heeft u gezond gemaakt." Lucas 17:11-19

Ondanks haat en vooroordelen zien we een gemengde groep Samaritanen en Joden die samen Jezus om hulp roepen. "Een gemeenschappelijk ongeluk had de raciale en nationale barrières doorbroken. In de gemeenschappelijke tragedie van hun melaatsheid waren ze vergeten dat ze Joden en Samaritanen waren en herinnerden ze zich alleen dat ze mensen in nood waren." (Barclay)

"Ellende heeft vreemde bedgenoten en zo gingen de negen melaatsen van het zaad van Israël om met een verstoten Samaritaan. Hij, vreemd genoeg, was de enige die, aangegrepen door een plotselinge impuls van dankbaarheid, zich een weg baande naar zijn Weldoener, aan zijn voeten neerviel en God begon te verheerlijken." (Spurgeon)

Allen ontvingen genezing, maar slechts één viel dankbaar aan de voeten van de Heer. Deze Samaritaan moedigt ons allemaal aan om te zeggen: "Dank U, Heer, voor Uw overvloedige weldaden! Hij geneest onze ziekten. Hij vergeeft onze zonden. Hij trekt ons leven uit de put. Zegen de Heer, o mijn ziel en alles wat in mij is, zegen zijn heilige naam." (Psalm 103) Het is vaak gebruikelijker om te bidden - vragen om Gods genade en weldaden, maar veel minder gebruikelijk om tijd te besteden aan lofprijzing. Lofprijzing zou moeten volgen op gebed. De negen werden lichamelijk genezen, maar de tiende man - de Samaritaan - vond nieuw leven in zijn dankbaarheid jegens zijn Messias.