Cart

Total
$ 0.00

Sandy’s Bijbel Overdenking

May 15, 2023 • By Sandy Shoshani

SANDY’S OVERDENKING:

En toen Hij in Bethanië was, in het huis van Simon de melaatse, kwam er, toen Hij aanlag, een vrouw met een albasten fles met zuivere, kostbare narduszalf en nadat zij de albasten fles gebroken had, goot zij hem uit op Zijn hoofd. En er waren er sommigen die verontwaardigd waren bij zichzelf en zeiden: Waartoe diende deze verkwisting van de zalf? Want die had voor meer dan driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden; en zij vielen scherp tegen haar uit. Maar Jezus zei: Laat haar met rust. Waarom valt u haar lastig? Zij heeft een goed werk aan Mij verricht. Want de armen hebt u altijd bij u en wanneer u wilt, kunt u hun weldoen, maar Mij hebt u niet altijd. Zij heeft gedaan wat zij kon; zij heeft van tevoren Mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis. Voorwaar, Ik zeg u: Overal waar dit Evangelie gepredikt zal worden in heel de wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden over wat zij gedaan heeft. Markus 14:3-9

Ze heeft gedaan wat ze kon. Ze hield niets achter. Niets! Deze verklaring van Jezus komt alleen voor in het verslag van Marcus. Dit spreekt over de kans die Maria greep en heeft gedaan, geeft aan dat zij effectief gebruik maakte van haar “once in a lifetime opportunity”! Jezus vraagt nooit iets meer - hoe toetsen wij onze toewijding aan Christus aan deze norm? (Paul Apple)

• Hoe zit het met de lof die wij van onze lippen laten klinken? Hoe kunnen we extravaganter zijn in onze lofprijzing en aanbidding?

• Hoe zit het met het geld dat we aan Zijn doel schenken? Hoe zouden we extravaganter kunnen zijn in ons geven?

• Hoe zit het met het rentmeesterschap van onze geestelijke gaven? Hoe zouden we extravaganter kunnen zijn in onze dienst voor Christus - onze evangelisatie van de verlorenen; onze opbouw van de heiligen?

Zij zag en omarmde de enige mogelijkheid die voor haar openstond om Hem te dienen. In de woorden van Jones: "Ze gaf zichzelf tot het uiterste. "Wat zij kon": en ik moet bekennen dat ik een steek in mijn geweten voel als ik dat zinnetje lees. Hoeveel van ons kunnen dat zeggen?" (Hiebert)