Cart

Total
$ 0.00

Sandy’s Bijbel Overdenking

Jan 30, 2023 • By Sandy Shoshani

SANDY’S OVERDENKING:

Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u! En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn handen en Zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden zich toen zij de Heere zagen. Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. En nadat Hij dit gezegd had, blies Hij op hen en zei tegen hen: Ontvang de Heilige Geest. Als u iemands zonden vergeeft, worden ze hem vergeven; als u ze hem toerekent, blijven ze hem toegerekend. Jezus en Thomas En Thomas, een van de twaalf, Didymus genoemd, was niet bij hen toen Jezus daar kwam. De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben de Heere gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven. En na acht dagen waren Zijn discipelen weer binnen en Thomas was bij hen. Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u. Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig. En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God! Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven. Johannes 20:19-29

De 10 discipelen waren bang na Jezus' dood en zaten achter een gesloten deur. Om de een of andere reden had Thomas zich van hen afgescheiden. Als hij bij hen was geweest, zou hij waarschijnlijk hebben geloofd en zich hebben verheugd, zoals zij deden, toen zij de Heer en Zijn gewonde handen en zijde zagen. Het is interessant dat Thomas, die drie jaar bij hen was geweest, de andere discipelen niet vertrouwde toen zij zeiden dat de Heer was opgestaan. Hij was zo vervuld van angst, twijfel en misschien teleurstelling, dat hij zich van de groep had afgescheiden en hun getuigenis niet kon vertrouwen. MAAR GOD, de Herder die achter het ene verloren schaap aangaat. Jezus was niet boos of ongeduldig op hem. In vriendelijkheid en barmhartigheid sprak Jezus in op Thomas' behoefte aan bewijs en bood hem uitdrukkelijk aan zijn hand en zijde aan te raken, precies zoals Thomas vermetel had gevraagd. De barmhartigheid van onze Heer deed Thomas verklaren: "Mijn Heer en Mijn God".

Dit was een uitdrukking van onmetelijke vreugde; want u ziet dat hij niet zegt: "Heer en God", maar: "Mijn Heer en mijn God." Hij lijkt de Heer Jezus met beide handen vast te pakken, door die twee gezegende "mijn"en - "Mijn Heer en mijn God". O, de vreugde die op dat moment uit de ogen van Thomas straalde! Hij had nog nooit zoveel vreugde gekend als op dat moment, en hoewel hij zich diep vernederd moet hebben gevoeld, was er toch in die vernedering een buitensporige zoetheid van intense tevredenheid toen hij naar zijn goddelijke Heer keek en hem aankeek, van de doorboorde voeten tot het voorhoofd dat zo ontsierd was door de doornenkroon, en zei: "Mijn Heer en mijn God." De verrukte discipel zag de vriend van zijn hart voor hem staan, hem in liefde beschijnen en zijn hart aan Hem verbinden." (Spurgeon)